dinsdag 20 januari 2009

kennismaking

Ik ben op maandag 19 januari op stage geweest voor een kennismaking. Ik moet stage lopen in een kinderdagverblijf in borne. Ik moest maandag 19 januari bij het hoofdgebouw komen. Voor een kennismaking ik weet dus nog niet hoe het kinderdagverblijf waar ik stage moet lopen er uit ziet. Dat zie ik dinsdag 3 februari want dan moet ik voor het eerst beginnen.

Thema Tafel

Thema Tafel 1
Nadat we op internet over van alles en nog wat dingen hadden opgezocht, hebben we afgesproken wie wat gaat doen..


Carola en ik hebben de knutsel werkjes in 2en gedeeld en ieder van ons heeft z'n ding gedaan..
Op 11 november zijn we onze thema tafel in elkaar gaan frutselen.. Maar we kregen het niet af en zijn een dag later verder gegaan...

Op de tafel stonden/lagen ....
* Een Clown*Liedjes/versjes
* Een circus ring
* Waggonetjes met dieren erin
* Samenvatting van 2 welbekende circus dieren
* Een olifant
* 3 boeken

Die donderdag erop hebben we met de helft van de klas een clown gemaakt..De meesten vonden dat wel erg leuk om te doen.. De tafel was opvallend bedekt met vrolijke kleuren...

De foto komt er nog bij.. ik heb hem nog niet in mijn bezit.

Inenten van kinderziekte

Inenten

Wie een kinderziekte heeft doorgemaakt, heeft tijdens deze periode afweerstoffen geproduceerd die altijd in het bloed blijven. Hierdoor is hij of zij niet meer vatbaar (immuun) voor zo'n ziekte. Bij een inenting (vaccinatie) wordt het lichaam besmet met ziektekiemen, die dood of verzwakt zijn. Die ziektekiemen kunnen de mens niet ziek maken, maar zorgen er wel voor dat het lichaam afweerstoffen maakt. Door inenting wordt een kind dus immuun en is het niet meer vatbaar voor de betreffende ziekte. Om voldoende afweer op te bouwen, is soms meer dan één inenting nodig.

Om bepaalde ziekten te voorkomen worden kinderen op jonge leeftijd ingeënt. Ook als het kind een van de ziekten al heeft doorgemaakt, is inenten zinvol. Dit geeft een grotere weerstand tegen deze ziekte. Het kan dus geen kwaad als kinderen die de mazelen gehad hebben, via een BMR-prik nog een keer met mazelen in contact komen.

In sommige gevallen is het raadzaam om een inenting uit te stellen of helemaal niet te geven. Hiervoor kan worden gekozen als een kind koorts heeft boven de 38 graden of ziek is en als de behandelend arts/specialist bezwaren heeft tegen de inenting. Dit geldt voor zowel de DKTP- als de BMR-inenting.Als een kind stoornissen heeft in het afweersysteem (bijvoorbeeld bij leukemie) of als een kind geneesmiddelen gebruikt die invloed uitoefenen op de afweer, mag geen BMR-inenting plaatsvinden. Neem bij twijfel contact op met een arts of specialist.Als uw kind overgevoelig is voor kippeneiwit, dan dient u dit te melden bij het inenten. Na het inenten moet uw kind dan nog een half uurtje blijven om te kijken of er een allergische reactie optreedt.

Zo denk ik er nu over
Er kom best nog wel vaak voor dat mensen hun kinderen niet inenten voor kinderziekte. Bijvoorbeeld bij bepaalde levensovertuiging het geloof. Ik vind het belangrijk dat je kinderen wel inent tegen kinderziekte. Want het voorkomt dat het kind minder snel ziek wordt, je bouwt een soort afweerstoffen op. Ik zal het later zelf wel doen.

Feiten over pesten

Feiten over pesten
De meeste basisschoolleerlingen, ruim zestig procent, worden wel eens gepest. Een enkel keertje gepest worden, daar is overheen te komen. Echter, 8 % van de basisschoolleerlingen wordt minstens één keer per week gepest. Dit zijn er minimaal twee per klas. Pesten gebeurt vooral op school. Bijna de helft van de gepeste kinderen vertelt het aan de leerkracht. Volgens de leerlingen grijpen de leerkrachten lang niet altijd in als er gepest wordt. De meeste kinderen vinden het vervelend om te merken dat andere kinderen gepest worden. Veertig procent van de kinderen probeert te helpen als een ander kind wordt gepest. Ongeveer even veel kinderen vinden dat ze eigenlijk iets zouden moeten doen, maar doen het toch niet.


Veel kinderen vertellen thuis niet dat ze gepest worden. Van de leerlingen in het voortgezet onderwijs (klas 2 en 4) meldt dertig procent dat ze niet worden gepest. Twee procent wordt meer dan één keer per week gepest. Een klein gedeelte van de jongeren vertelt aan een docent dat hij of zij is gepest. De leerkrachten grijpen niet vaak in als er wordt gepest. Ruim twintig procent van de jongeren in het voortgezet onderwijs probeert een gepest kind te helpen. Twee keer zoveel jongeren vinden dat ze eigenlijk zouden moeten helpen, maar doen het niet.


Dit blijkt uit een landelijk onderzoek uit 1991. Er deden 30 scholen voor basisonderwijs aan mee en 36 voortgezet onderwijs-scholen. In totaal zijn 88 klassen kinderen bij het onderzoek betrokken. Het onderzoek bouwt voort op grootschalig onderzoek in Scandinavië. De uitkomsten van het Nederlandse onderzoek kloppen in grote lijnen met de resultaten uit andere landen. Overigens worden niet alleen kinderen gepest. Ook op het werk lijkt pesten regelmatig voor te komen


Zo denk ik er nu over:

Ik vind dat ze op school veel aandacht aan pesten moeten besteden. De kinderen moeten weten wat de gevolgen zijn van pesten. Er moet goed duidelijke worden gemaakt dat je echt niet mag pesten. Als je als leraar een vermoeden heb dat er gepest wordt, moet je er wat aan doen. Kinderen die gepest worden kunnen er geestelijk helemaal kapot aan gaan. De pesters zijn vaak kinderen die zelf bang zijn gepest worden.

Flesvoeding

Flesvoeding
Tijdens je zwangerschap beslis je of je straks borstvoeding of flesvoeding wilt gaan geven. Als je hebt gekozen voor de fles, is het verstandig om je van tevoren te verdiepen in deze vorm van voeden. Maar ook als je al een tijdje borstvoeding hebt gegeven en nu overstapt op de fles, is het handig om op de hoogte te zijn van alle bijzonderheden rondom flesvoeding.

Waar zou je zelf voor kiezen? Als je op een kinderdagverblijf werkt en er kom een moeder naar je toe en ze wil graag informatie over voeding. Wat van adviezen zou je de moeder geven?




Wat is het verschil tussen borstvoeding en flesvoeding?

We kunnen niet ontkennen dat moedermelk de beste voeding blijft voor het kind. Ze biedt een groot aantal voordelen, zowel voor de baby als voor de moeder, en ook voor de maatschappij.

Uitsluitend borstvoeding blijkt ruimschoots meer voordelen te bieden dan gemengde borstvoeding. Iedere inmenging van andere voedingsstoffen ondermijnt de kwaliteit van borstvoeding.Moedermelk, en vooral de eerste melk (het colostrum), bevat een aantal stoffen die in de flesvoeding niet te vinden zijn. Bv. beschermende antistoffen die het uitrijpen van het maag-darmstelsel bevorderen en stoffen die helpen bij de vertering. Deze antistoffen zouden het kind beschermen tegen diverse infectieziekten en allergieën. Moedermelk is ook altijd klaar voor gebruik, kost niets in vergelijking met flesvoeding en is bovendien milieuvriendelijk.De moeder zal sneller herstellen na de bevalling: er is minder kans op bloedingen en de baarmoeder krijgt haar normale grootte vlugger terug. Ook naar de toekomst zou de moeder beschermd zijn tegen oa borstkanker.Wanneer borstvoeding om een of andere reden toch niet (meer) mogelijk is, is flesvoeding een goed alternatief. Een juiste keuze van de soort flesvoeding en een correcte bereidingswijze zijn van groot belang voor de optimale groei en ontwikkeling van je baby.

De natuurlijke bescherming tegen infecties die moedermelk soms biedt, ontbreekt volledig bij flesvoeding, zodat een goede hygiëne tijdens de bereiding en bewaring van de voeding noodzakelijk is.Als je voor flesvoeding kiest, mag je gerust zijn dat aangepaste zuigelingenmelken alle nodige voedingsstoffen bevatten voor de normale groei en ontwikkeling van een baby.Belangrijk is dat je je baby voedt met liefde en warmte.

Net zoals bij het geven van borstvoeding, kan je met flesvoeding een hechte band scheppen met je baby.Flesvoeding voldoet evengoed aan het honger- en dorstgevoel en aan de zuigbehoefte van je baby.Bedenk wel dat zodra je de keuze voor flesvoeding gemaakt hebt, het niet eenvoudig is om op die beslissing terug te komen.


Liggende houding borstvoeding

Uit een onderzoek van de Canterburry Christ Church University onder veertig moeders blijkt dat het geven van borstvoeding in veel gevallen makkelijker verloopt als het liggend wordt gedaan in plaats van zittend.


Veel vrouwen hebben moeite met het geven van borstvoeding en stoppen na een paar weken. Het lijkt erop dat bij de liggende houding meer reflexen van de pasgeboren baby worden aangesproken. De zuigelingen vertonen op de, voor het onderzoek gemaakte, video-opnamen bij de zithouding drie reflexen; het zoeken van de borst, het in de mond nemen van de tepelhof en het drinken uit de borst. Als de moeder liggend de borst geeft, worden nog veertien andere reflexen waargenomen. De baby’s zouden zelfs terwijl ze slapen gevoed kunnen worden. De onderzoekers adviseren moeders meer te experimenteren en te kiezen voor de manier die ze het meest comfortabel vinden.

http://neonatologie.web-log.nl/neonatologie/borstvoeding_of_flesvoeding/index.html